Niets is leerzamer dan uw eigen ervaringen. Op de tweede plaats komen de ervaringen van een ander. Op deze pagina verzamelen we bloopers, succesverhalen en al het andere dat het publiceren waard is. Uw verhalen horen we daarom graag!
Snaailoop
Annalice: “Snaailoop: verf een oud squashballetje goudkleurig. Steek er een cocktailprikker door en aan beide zijden een veertje. Zet een parcoursje uit en laat de kinderen met de snaai op een lepel het parcours af leggen. Team tegen team. Wie het snelste is, heeft gewonnen.”
Zwerkbal met een grote groep
Laura (11 jr): Eerst pak je 6 hoepels (geel,of andere kleur), 1 rode bal, 2 harde ballen, 1 klein pingpongballetje en capes (in verschillende kleuren).
De voorbereiding
Je moet eerst een muur vinden en aan de overkant (niet over de straat!) ook een. Zet aan een muur drie hoepels naast elkaar en doe dat ook bij de andere muur.
Het pingpongballetje spuit je goudkleurig. Dan gooi je het pingpongballetje op de grond.
Je moet 28 spelers hebben. Verdeel ze in vier groepen. Elke groep heeft een kleur, zodat ze elkaar kunnen herkennen.
De spelregels
Zwerkballes
Roos: “U hangt 2 hoepel of degelijke op en maak daaraan stelen van papier. Plaats ze op verschillende hoogtes tegen een muur. Dit zijn dan de hoepels die bij Zwerkbal ook nodig zijn. Verder heeft u een klein balletje (leuker is natuurlijk een kleine knuffel-snaai) nodig. De kinderen moeten dan in 10 seconden zoveel mogelijk scoren (scoren doen ze door de bal in zo’n ring te gooien. Dit is telkens 10 punten waard.) Als de tijd om is, mag het volgende kind proberen zo veel mogelijk punten voor zijn of haar afdeling te verdienen.”
Dreuzelzwerkbal
Cedric: “Hieronder mijn eigen spelregels voor DreuzelZwerkbal. Je kunt het spel met twee keer elf kinderen spelen:
Slurk = een basketbal
Gouden Snaai = een pingpong balletje
Beukers = twee zware ballen, die door de lucht zweven en spelers aanvallen.
Het spel
Vier jagers moeten scoren met de Slurk, de vijfde zit op de bank. De bedoeling is dat zij de Slurk door een van de ringen gooien die 15 meter hoog aan een paal hangen.
Ondertussen lopen er nog twee Beukers rond, die proberen andere spelers ‘aan te vallen’.
Als een speler is aangetikt door een Beuker, moet hij het veld verlaten. De speler die op de bank zat, mag het spel inkomen.
Aan het doel staat de Wachter. Hij heeft een dubbele taak: het doel verdedigen en de Gouden Snaai verdedigen.
De kleine bal ( de Gouden Snaai) is het belangrijkste.
Als die veroverd is, is de wedstrijd afgelopen en krijgt het team van de winnende zoeker honderdvijftig punten !!
Veel plezier, maar doe wel voorzichtig !”